zaterdag 30 januari 2010

Leven uit het boekje

Zal ik je eens een verhaal vertellen dat echt gebeurd is? Helemaal echt, honderd procent authentiek waarheidsgetrouw? Journalistiek solid gold?
Het gebeurde tien jaar geleden in een stad niet ver hier vandaan, maar ik zal die stad niet noemen. Ook de naam van de man niet, om hem te sparen en zijn ongelukkige familie.
Die man kende veel haast in zijn leven, en had het altijd druk. nergens had hij tijd voor, omdat er zoveel werk voor hem te doen was op het kantoor. Daarom werkte hij altijd maar over of nam werk mee naar huis. Als de baas tegen hem zei, met een knipoog, dat een rapport "gisteren af moest zijn" begon hij zo hard te werken dat hij alle tijd vergat en tot de volgende morgen doorwerkte. En zodra hij wakker werd, nog diep in de nacht, holde hij door het huis om zich aan te kleden en snel voor de spits uit op kantoor te komen.
Daarom had hij ook vreemde gewoonten ontwikkeld. Elke avond legde hij zijn sokken, onderbroek en nette pak helemaal klaar, zodat hij de volgende dag meteen na het douchen in zijn kleding kon schieten om ver voor alle anderen op kantoor te zijn. Tenminste, dat was zijn bedoeling
Het lukte nooit, en meestal kwam hij juist te laat op kantoor, want als hij door de wekker werd opgeschrikt uit zijn droomloze slaap, dan was hij vergeten waar hij alles had neergelegd zodat hij veel tijd kwijtraakte met zoeken naar zijn kleren, zijn autosleutels en soms zelfs waar hij de auto geparkeerd had. Er waren zelfs dagen dat hij het adres niet meer wist van het kantoor waar hij werkte, zo snel en haastig was hij geworden. En dan moest hij weer langer doorwerken om in te halen wat hij verzuimd had.
Voor iets anders dan werken had hij zodoende helemaal geen tijd. Bovendien begon hij door zijn haast steeds vaker fouten te maken wat hem weer uren extra werk opleverde, en soms wist zich niet te herinneren waar hij mee bezig was.
Dat leven maakte hem niet gelukkig en ook zijn familieleden leden eronder. Het werd nog erger omdat de man zich steeds vaker begon te vergissen. Dan werd hij wakker en ontdekte dat hij twee verschillende kleuren sokken bij elkaar had gelegd, of dat zijn schoenen al vastgeknoopt waren omdat hij dacht: "als ik de veters vast knoop dan hoef ik dat morgen niet te doen."
Uiteindelijk nam hij een klein beetje tijd uit zijn drukke schema en ging naar een bevriende psycholoog, en die zei tegen hem, dat hij de moeite moest nemen om alles op te schrijven. Waar zijn sokken lagen, waar zijn schoenen stonden, waar hij zijn pak had neergelegd. Zodra hij 's morgen opstond hoefde hij alleen maar zijn notities te lezen en dan wist hij waar alles was.
De eerste de beste avond nam hij zijn notitieblokje - zo'n zwart leren schrijversboekje - en hij begon alles op te schrijven. Een paar zwarte sokken, op de stoel naast het bed, één grijzen broek, op de andere stoel, en zo voort. Alles schreef hij op, elk detail, waar alles lag wat hij nodig had, hij wilde vooral niets missen, niets vergeten, want hij wilde zo snel hij maar kon de volgende dag weer aan het werk zijn.
De volgende dag stond hij op, pakte zijn zwarte notitieblokje en begon de lijst door te nemen.
"Eén paar grijze sokken op de linkerstoel - check. Een grijzen broek op de rechterstoel - check. Autosleutels in een aardewerken potje op het nachtkastje links - check. Ikzelf in bed met mijn hoofd op het kussen aan de rechterkant - "
Hij schrok. Hij keek naar de rechterkant van het bed, maar hij kon zichzelf niet zien liggen. Waar kon hij dan gebleven zijn? Hij had toch alles nauwkeurig opgeschreven de avond daarvoor? Hoe kon hij zich vergissen in zoiets belangrijks? Hij keek onder het bed, want misschien was hij daar in de nacht onder gekropen, hij keek in de kledingkast of hij misschien bij het uitkiezen van zijn pak was blijven hangen. Nergens was hij meer te vinden.
Hij ging zitten, zomaar op de grond. Hij dacht even na. Gisteren was hij er nog, tenminste dat dacht hij, want heel zeker wist hij het niet meer. Hij keek weer eens naar zijn aantekeningen. Er stond toch echt dat hij er gisteren nog was, hier in het bed.

De klok in de gang beneden sloeg 9 uur. Ik ben te laat op mijn werk, dacht hij. Maar hoe kon hij zonder zichzelf op kantoor aankomen? Hij moest zichzelf eerst vinden.
Toen kreeg hij een idee. Hij pakte zijn notitieblokje en keek naar de aantekening die hij gemaakt had. En voor het eerst in lange tijd flitste er een idee door hem heen, zomaar een idee. Geen idee waar je een rapport over kon schrijven, of een journalistiek stukje. Zo'n braaf en goed en verstandig idee was het helemaal niet. Het was een oud idee, dat jaren in de achterkamer van zijn hersenen was opgesloten en nu ineens naar buiten kon komen.
Hij pakte zijn pen en zette een kras door de woorden: "Ikzelf op de rechterkant van het bed."
Nu ben ik even helemaal weg, dacht hij, en glimlachte tevreden.
Daarna schreef hij op een nieuwe lege pagina:
"Ikzelf zit op de grond van de slaapkamer maar ik heb vandaag vrij en daarom ga ik ontspannen beneden ontbijten."
Hij keek naar het boekje. En hij wist dat het waar moest zijn, want alles wat hij in dat boekje opschreef moest wel waar zijn, want anders had hij geen houvast meer.
Toen schreef hij er nog iets bij, iets liefs over zijn vrouw en kinderen misschien, of iets onaardigs over zijn baas, dat zullen we nooit weten. Misschien was het wel een verhaal. Niemand weet het. Want dat boekje heeft hij nooit aan andere mensen laten lezen.
Dit verhaal wel.

Geen opmerkingen: